TV Noord heeft donderdag 18 maart uitgebreid stilgestaan bij de vismonitoring van het Oldambtmeer.
De Hengelsportfederatie Groningen Drenthe is in samenwerking met waterschap Hunze en Aa’s deze week begonnen met het onderzoek naar de visstand in het Oldambtmeer.
Het Oldambtmeer is sinds 2005 in ontwikkeling. Vanaf 2007 heeft het meer een oppervlakte van 800 hectare. De vissen uit het oorspronkelijke stelsel van sloten op de plek van het huidige meer zijn sindsdien uitgegroeid. Ook hebben ze inmiddels voor nakomelingen gezorgd. De eerste visstandmeting van begin 2007 leverde landelijk bekendheid op met de Oldambtmonsters. Daarom zijn de verwachting nu na 3 jaar hoog gespannen.
Onderzoek 2007
De uitkomst van het eerste onderzoek in 2007 naar de ontwikkeling van de visstand in het Oldambtmeer was zeer goed. Veel jonge vis, vitale baarzen van toen al zo’n 25 cm. De grootste vis was een snoek van 57 cm.
Onderzoek 2010
Inmiddels zijn we 3 jaar verder. De verwachting is dat de visstand zich in hoog tempo verder heeft ontwikkeld. Sportvissers weten het meer te vinden en spreken inmiddels van metersnoeken en grote blankvoorns.
Een professioneel onderzoeksteam gaat het meer afvissen met zegens. Een zegen is een groot staand visnet van plusminus 100 meter lengte dat met boten door het water wordt getrokken. De oevers worden onderzocht met elektrovis-apparatuur. Alle gevangen vis wordt geregistreerd en vervolgens in het meer teruggezet.
Waarom visstand onderzoek?
Het Oldambtmeer is nu een helder en plantenrijk meer. Een goede evenwichtige visstand is belangrijk voor de waterkwaliteit, voor de helderheid van het water en voor een goede ecologische toestand van de flora en fauna. Daarom controleert waterschap Hunze en Aa’s regelmatig hoe de waterkwaliteit zich ontwikkelt. Samen met de Hengelsportfederatie Groningen Drenthe onderzoekt het waterschap de visstand. Beide organisaties streven naar een visstand die bij dit heldere en plantenrijke watertype past. Denk aan soorten als snoek, ruisvoorn en zeelt. Snoek is belangrijk omdat deze roofvis de visstand in toom houdt, waardoor bodemwoelers als de brasem niet de overhand krijgen. Bovendien ruimt de snoek zieke en verzwakte vis op. Snoek jaagt op zicht. Hij heeft dus helder water nodig. Het onderzoek zal uitwijzen of de visstand zich in de gewenste richting ontwikkelt.