Tijdens het grote visstandonderzoek in maart van dit jaar in het Oldambtmeer (Blauwestad) is geconstateerd dat een aanvullend onderzoek in de nazomer in de oeverzones van het Oldambtmeer en de uitlopers in Het Riet het plaatje compleet zou maken. In hoeverre fungeren bijvoorbeeld de jonge rietkragen als kraamkamer en schuilplaats voor de vis? Welke soorten?
Dit onderzoek vond plaats op 1 september. Gerwin Bonhof van het bureau Koeman en Bijkerk en beroepsvisser Mans Vos visten met elektro-visapparatuur vanuit de boot een representatief aantal oevertrajecten af. Hennie Huttinga en Chris Groen van de federatie verwerkten de vangsten.
Niet alle gekozen trajecten bleken bevisbaar. De oeverzones waren her en der zo ondiep dat de boot hier niet kon varen. Ook belemmerde de dichte onderwaterplantengroei op delen van het meer de vismogelijkheden.
Ondanks dat er weinig vis is gevangen, bevestigde het onderzoek het bestaande beeld van de zich ontwikkelende visstand. In de rietkragen werden ondermeer jonge zeelten, riet- en blankvoorns en snoekjes aangetroffen. De vissen verkeerden in een opvallend goede conditie.
Rietvoorn. |
In Het Riet, het waterrijke gebied tussen Finsterwolde en het Oldambtmeer, kwam een aantal exoten boven water. Gelukkig geen piranha’s maar zonnebaarzen. Hoe ze hier zijn terechtgekomen is een raadsel, maar de visjes planten zich wel voort; naast volwassen exemplaren zijn ook jonkies gevonden.
Zonnebaars. |
In dit verband wijzen wij er dringend op dat uitzet van vis niet is toegestaan. Behalve dat het risico bestaat van insleep van visziektes, kan visuitzet het natuurlijk evenwicht verstoren. Zo zijn in Nederland wateren bekend waarin zonnebaars zich zo explosief voortplantte dat de oorspronkelijke visstand ernstig in de knel is gekomen.
Daarom: vissen voor aquarium of tuinvijver te groot? Gooi ze niet in de sloot!
In het Oldambtmeer en Het Riet wordt graag gevist door sportvissers, zo bleek tijdens het onderzoek. Jong en oud is aan de waterkant te vinden. Gevangen wordt er ook. De federatie onderzoekt of in de Blauwestad een hengelvangstregistratie-project kan worden opgestart als aanvulling op de visstandonderzoeken.