Enige maanden geleden verscheen in het Dagblad van het Noorden een bericht over het laten droogvallen van een aantal wateren in de provincie Groningen met als oogmerk het op termijn verkrijgen van helder water. Voor de federatie aanleiding om in gesprek te gaan met de plannenmakers. Wat is het nut? Wat gebeurt er met de vis? Hoe gaat dit verder?
Op verzoek van de federatie heeft Piet-Jan Westendorp van bureau Witteveen+Bos een artikel over het project geschreven waarin het project tot zijn juiste proporties wordt teruggebracht.
Tijdelijke droogval voor verbeteren waterkwaliteit, door Piet-Jan Westendorp.
Waterkwaliteit
Veel Nederlandse wateren hebben nog steeds te maken met waterkwaliteitsproblemen. STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer) onderzoekt in het kennisprogramma Watermozaïek verschillende maatregelen die deze waterkwaliteitsproblemen aanpakken. Dit doet zij niet alleen, maar met veel andere organisaties waaronder waterschappen, natuurbeheerders, universiteiten en adviesbureaus. Eén van de maatregelen die wordt onderzocht is het tijdelijk droog laten vallen van de waterbodem. Dit klinkt misschien wat vreemd in de oren, maar beheerders van verschillende gebieden in Groningen en Friesland zijn enthousiast. Hieronder leggen we uit waarom.
In stilstaande wateren wordt de waterkwaliteit vooral bepaald door de kwaliteit van de waterbo-dem. Is de waterbodem erg voedselrijk dan zal het bovenstaande water ook voedselrijk zijn of worden. Dat levert vaak een weelderige algengroei op hetgeen troebel water veroorzaakt. De algen worden gegeten door dierlijk plankton (b.v. watervlooien) of door filtreerders (b.v. zoetwatermosselen) die op hun beurt weer het voedsel vormen voor veel vissoorten en amfibieën. Echter, waterplanten hebben het er maar moeilijk mee omdat het zonlicht dat planten nodig hebben om te kunnen groeien de waterbodem niet meer bereikt. Een dikke modderbodem vraagt bovendien veel zuurstof waardoor veel soorten waterinsecten zich niet meer kunnen handhaven en ook vissen in de problemen kunnen komen. Plantminnende soorten en zuurstofminnende soorten zullen als eerste verdwijnen. In zeer voedselrijke wateren met dikke slibbodems neemt de soortenrijkdom snel af. Soms is dit de natuurlijke situatie, maar daar waar deze problemen worden veroorzaakt door bijvoorbeeld achterstallig onderhoud of ingrepen in het watersysteem, kan de maatregel tijdelijke droogval wellicht soulaas bieden.
Waarom droogval?
Vroeger was tijdelijke droogval van wateren een vrij normaal verschijnsel. Niet alle dagen, niet alle jaren, niet in alle wateren en soms maar in een klein deel van een water. Maar, toch een verschijnsel dat in de late zomermaanden door heel Nederland kon worden waargenomen. Tegenwoordig vallen wateren in Nederland nog maar zelden droog. Sterker nog, het waterpeil zakt in de zomer nog maar nauwelijks uit. Onder natuurlijke omstandigheden wisselt het waterpeil met de seizoenen. In de winter zijn de peilen hoog en in de zomer door de hoge verdamping laag, met soms droogval tot gevolg. In de loop van de geschiedenis van Nederland hebben we veel functies aan het water verbonden. Nederlanders zijn immers echte waterbouwers. Om al die functies – zoals scheepvaart, recreatie, waterwinning en landbouw – te kunnen laten plaatsvinden hebben we met elkaar vaste waterpeilen afgesproken. Dit is echter ten koste gegaan van natuurlijke processen die in onze wateren horen plaats te vinden. Die processen zijn hard nodig om een goede waterkwaliteit te behouden. Met tijdelijke droogval proberen we vooral de negatieve invloeden van een te voedselrijke waterbodem terug te dringen. De verwachting is dat bepaalde voedingsstoffen beter aan de bodem zullen binden gedurende de droogval en dat waterplanten zich beter kunnen ontwikkelen. Hierdoor ontstaan omstandigheden waarin een grotere variëteit aan waterinsecten en vissen weer mogelijk is. Hoe lang deze gunstigere situatie zich weet te handhaven is onbekend, dat zal waarschijnlijk voor iedere plas verschillend zijn.
Locaties en maatregelen
Vier wateren zullen deze zomer gedurende circa twee maanden drooggezet worden, in de periode van half juli tot half september. Het gaat om geïsoleerde petgaten in de laagveen-gebieden de Deelen en de Rottige Meente, een kleiplas nabij Lalleweer en een gedeelte van de zandplas Woudbloem. De wateren hebben geen functie op het gebied van (sport)visserij. Zowel voorafgaande als na de droogval worden allerhande zaken scherp in de gaten gehouden en gemeten, vooral de concentraties van de stoffen in bodem en water, maar ook de ontwikkeling van vegetatie, macrofauna en ook vis. Indien gunstig, dan worden de ontwikkelingen ook de daaropvolgende jaren gevolgd. Om de verschillende plassen droog te kunnen zetten zijn verschillende maatregelen getroffen, waaronder het aanleggen van gronddammen met duikers en een compartiment van stalen damwanden. In juni zal in de verschillende wateren een visstandonderzoek plaatsvinden en worden de vissen in hetzelfde watersysteem overgezet zodat zij geen hinder ondervinden. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd in samenwerking met het monitoringsteam van de hengelsportfederatie. Hoewel deze plassen geen viswateren zijn heeft u als sportvisser ongetwijfeld belangstelling voor de visstand van en het effect van de maatregelen voor deze plassen in uw regio. Graag houden wij u via de hengelsportfederatie op de hoogte van de ontwikkelingen.
|
|